Het is nacht als ik bij een laag flatgebouw sta. Ik ken dat gebouw wel want ik heb daar vroeger veel gespeeld. En nu woont daar de dochter van een man die ik heimelijk leuk vind. Wij kennen elkaar niet maar afijn. Die man en ik dus wel want hij is mijn cliƫnt.
Ik sta dus samen met hem bij dat flatgebouw als het midden in die nacht donker is. Hij is sterk vermagerd, zijn gezicht ziet er stukken magerder uit en zijn ogen staan doffer. We knuffelen voor elkaar voor dat flatgebouw. Ik kijk hem recht aan en zeg ronduit 'ik wil met je naar bed'. Dan geeft hij mij een hand en lopen we samen dat flatgebouw in. Dan word ik wakker.
Nog een detail: het is die nacht super bewolkt buiten.
Zelf even kort uitgelegd: als we allebei in een zeer vervelende periode van ons leven zijn komen we in ieder geval nader tot elkaar. De afloop daarvan blijft nog vaag.