De economie is door de mens een zelf bedacht systeem. Een monopolie spel waar we nooit mee uitgespeeld raken. Geld is niets, ook door ons bedacht. Het is begonnen met een onderpand.....eerst briefje waarop stond waar jij recht op zou hebben, daarna lang met Goud als onderpand bij de Nederlandsche bank. Het was natuurlijk de bedoeling dat geld het ruilverkeer gemakkelijk(er) zou maken. Maar ondertussen is geld machtiger geworden als de mens zelf. En zitten wij vast aan de schatkist die wij zekerheden noemen. Als ik een auto koop, ben ik blij. Als ik de rekening krijg niet meer. en als ik alle kosten optel die het geeft, zit ik vast aan die auto. Want volgens het systeem heb ik dat gekocht. Nu moet ik zorgen dat ik de auto kan betalen, anders moet ik hem weer verkopen. Nu kun je in principe best zonder auto, maar je huis etc.etc. Geld is ons de baas. want wij doen ondertussen alles voor geld. En als wij iets niet doen, worden wij gestraft door middel van boete (betalen). En zo is er een machtsysteem ontstaan. We hebben een overheid gecreeerd om alle plannen in banen te leiden, en een controle apparaat (politie) om te kijken of alles wel eerlijk gaat. ketens op ketens op ketens. En langzamerhand lijkt het of we het systeem zelf niet meer in de hand hebben. Werkeloosheid heeft altijd bestaan en zal altijd bestaan. Er is een groep mensen die niet "willen" werken, omdat ze het systeem doorhebben (gevaarlijk voor de maatschappij, die worden koest gehouden met een uitkering). En je hebt een groep mensen die onvrijwillig werkeloos is en alles op alles zetten om aan het werk te komen. En deze mensen heeft het systeem nodig, want nu wordt arbeid een schaars produkt. Werkende mensen zullen alles doen, om te zorgen dat ze niet ontslagen worden. Voor jouw 10 andere is een gehoorde kreet, die mensen dwingt het werk te doen, ook al willen ze niet.
Ik "vrees"ook dat wij één van de eerste zullen zijn die instappen, maar volgens mij moeten alle passagiers mee, voordat de trein mag vertrek. Dus zorgen dat de andere hun tassen af doen.