de hoge priester zegt me dat je relaties toch wil blijven zien als een uitdaging die je op een rationele manier wil aanpakken.
maar je durft daarbij niet recht op de man af te stappen, kijkt te lang de kat uit de boom.
je geniet van het leven, maar mist een gezel, een maatje een schouder, iemand van hetzelfde nivo waar je over alles en nog wat kan praten, samen lachen en ook samen huilen.
je betrekt je omgeving er ook bij en je bent eigenlijk bang voor hun [goed] keuring.
zij proberen je dan weer met beide benen op de grond te zetten, waarbij je je dan weer laat voeren door je verstand i.p.v je hart.